Cultuurtips.
1-Algemeen:
Vleesetende planten houden enkel van zure, voedselarme bodems zoals gewone onbemeste (bij voorkeur blonde) TURF eventueel vermengd met grof gewassen RIJNZAND, AQUARIUMZAND of PERLIET. De meeste soorten houden eveneens van veel licht. Geef ze dus een plaatsje aan het raam, in de veranda of in de serre. Voeg ook nooit meststoffen toe! Deze planten vragen nu eenmaal niet veel voeding en bij overvoeding zullen de planten zeker afsterven. Als je vleeseters eenmaal per jaar verpot ben je zeker op goede weg en zal je er jarenlang plezier aan kunnen beleven.
2-Wintervaste soorten :
Deze planten kunnen buiten in een typisch veenmoeras geplaatst worden of in een moerasgedeelte van een vijver. Let er wel op dat dit veentje enkel is samengesteld uit de hierboven vermelde mengsels! Men kan ze ook huisvesten in plastic kuipen of emmers die men in de bodem ingraaft. Ongeveer 15 cm beneden de rand maakt men een aantal gaatjes zodat het water gedeeltelijk kan afvloeien en de plant niet constant onder het waterniveau staat. Let wel : de meeste wintervaste soorten kunnen dit wel verdragen! Verder hebben deze vleeseters geen aandacht nodig en zorgt moedertje natuur wel voor de rest.
3-Niet wintervaste soorten :
-Huiskamertemperaturen zijn geschikt voor de meeste soorten.
-Gebruik nooit te kleine potten, geef de wortels ruimte.
-Geef altijd regenwater of gedistilleerd water want "vleeseters" hebben een hekel aan kalk! (dus nooit kraantjeswater.)
-Het zijn immers moerasplanten, gebruik dus een onderschotel die minstens twee maten groter is dan de pot zodat we door verdamping een gunstige luchtvochtigheid kunnen creëren rondom de plant. (microklimaat)
-Lente-Zomer: altijd water in de schotel. ( ongeveer 3 cm.)
-Herfst-Winter: geen water in de schotel doch de potgrond wel vochtig houden, dus nooit laten uitdrogen!
-De planten houden van een rustperiode in de winter, dus plaats ze in een koelere ruimte tot de volgende lente of tot de periode wanneer ze terug tekenen van groei beginnen te vertonen. (Nooit minder dan 5°C.)
-De van boven naar beneden afstervende bruine blaadjes of kelken, (wat heel normaal is) moeten we met een schaartje verwijderen. Dit doen we om schimmel te vermijden.
-Bij het overplanten in een grotere pot (tijdens de lente of vroege zomer), gebruiken we de onder punt 1 vermelde mengsels. Nooit gewone potgrond!
Verhouding: 1 deel zand of perliet/3 delen turf of enkel zuivere turf.
-Niettegenstaande de meeste planten zelf hun prooi lokken met klieren die nectar afscheiden of gebruik maken van andere hulpmiddeltjes mag men ze zelf, indien men dat graag wil, toch af en toe vers gevangen insecten voederen. Zeker geen uitgedroogde, daar de planten enkel de sappen verteren als voeding.
Opgelet! De tips zijn van toepassing op de meer algemene soorten. Een beginnend liefhebber mag mij bij het kweken van speciale soorten zoals de Zonnebekerplanten (Heliamphora) steeds om raad vragen.